De 100S Coupé waarin Donald Healey zelf negen jaar heeft gereden is onder de liefhebbers van het merk de meest gekoesterde en waardevolle Austin Healey. Vier decennia lang is de auto zelden uit zijn garage mogen komen. Nu is hij in handen van een Nederlandse verzamelaar die hem genereus in het Healey Museum in Vreeland tentoonstelt.
De rode coupé, met kenteken ONX 113, is negen jaar lang de dagelijkse auto geweest van Donald Healey himself, die er met graagte in reed en hem voortdurend van nieuwe technieken liet voorzien.
De auto is in opdracht van Donald Healey gebouwd in 1953. Toen vroeg hij zijn ontwerpchef Gerry Coker om twee varianten te ontwikkelen op basis van een viercilinder Healey 100 chassis. Donald speelde toen met de gedachte een coupé-versie van de Healey op de markt te brengen. Er zijn twee auto’s gebouwd, een rode (ONX 113) en een blauwe (OAC 1), allebei met een ander ontwerp voor het dak.
De rode (die toen een zwart dak had) was de fraaiste in de ogen van velen, ook in die van Donald Healey, die hem vervolgens zelf is gaan gebruiken, niet alleen als persoonlijk vervoer maar ook als ontwikkelingsmodel. Zo liet hij de motor, transmissie en Dunlop schijfremmen van de snellere 100S monteren, waardoor zijn 100 Coupé een 100S Coupé werd – en daardoor nog begeerlijker werd dan hij al was.
De 2,6-liter viercilinder met S-specificatie heeft een aluminium door Weslake ontworpen cilinderkop, een ‘hete’ nokkenas en een versterkte krukas, en is goed voor 135 pk. De transmissie is een vierbak met overdrive, gecombineerd met een vrij korte eindreductie van 3,66:1, toen optioneel voor de 100S en bestemd voor korte circuits en heuvelklims. De Coupé accelereerde daardoor erg snel, maar kon dankzij de overdrive ook op hoge snelheid rustig als een GT kruisen.
Interessant is ook dat hij is voorzien van Armstrong achterdempers, die vanuit het interieur (via een hendel op de cardantunnel) verstelbaar zijn.
De blauwe Coupé is gebruikt als testvoertuig voor de ontwikkeling van de Healey 100/6 en bestaat ook nog steeds.
Gezien het feit dat de rode 100S Coupé tien jaar lang door Donald Healey is gereden, is het zonder meer de historisch belangrijkste van deze twee coupes, wellicht zelfs van alle Healey’s.
Donald Healey gebruikte de auto graag voor de rit van zijn huis in Cornwall naar de fabriek in Warwick. Zijn schoondochter Margot Healey vertelde er in The Healey Book het volgende over: “Een rit in een Healey is altijd nogal opwindend, maar in de Coupé werd je tenminste niet nat. Donald reed relaxt en hield altijd heel goed in de gaten wat er om hem heen gebeurde, niet alleen het verkeer maar ook de omgeving. Ik voelde me heel veilig. De auto accelereerde heel snel, hij reed er geregeld tussen de 160 en 190 km/h mee, want snelheidscontroles waren er toen niet”.
Nadat Donald Healey de Coupé in april 1962 verkocht had, heeft deze altijd een speciale plek in zijn herinnering gehouden. “Hij was heel snel en comfortabel, lag prima op de weg en hij had een geweldige radio, die je bij elke snelheid goed kon horen”, zo omschreef hij zijn auto. Healey heeft zelfs ooit geprobeerd zijn Coupé terug te kopen, in de jaren ’70.
De ONX 113 is voor allerlei ritten ingezet, ondermeer om de route van de Mille Milgia te verkennen met Stirling Moss. Daarbij bleek de Coupé een stuk beter op de weg te liggen dan een open Healey door de stijfheid die het harde dak aan het chassis toevoegde.
De rode Coupé heeft vanaf 1972 deel uitgemaakt van de collectie van de gekende Engelse Healey-verzamelaar Arthur Carter, die zijn Healey’s weliswaar koesterde, maar er de voorkeur aan gaf ze zo min mogelijk en public te vertonen. Dat Donald Healey’s persoonlijke 100S Coupé na 40 jaar eindelijk uit de coulissen is mogen komen – en door iedereen bewonderd kan worden in Vreeland (nabij Hilversum)- is te danken aan een Nederlandse enthousiast, die er persoonlijk de voorkeur aan geeft op de achtergrond te blijven.
Tegenover Octane vertelde hij dat hij Arthur Carter over een periode van acht jaar gevolgd en jaarlijks bezocht heeft, in de hoop op een goed moment de 100S Coupé te mogen kopen. “Toen ik een onlangs weer belde of ik een kopje koffie mocht komen drinken, kreeg ik te horen dat ik natuurlijk welkom was, maar dat de auto’s weg waren – opgehaald door een veilinghuis. Arthur had besloten dat het tijd was dat anderen ervan gingen genieten. Ik kwam er al snel achter dat ze door Bonhams geveild zou worden op 6 december in Londen en heb daar de auto toen gelukkig alsnog kunnen kopen”, aldus de nieuwe eigenaar, die de auto in het Healey Museum in Vreeland heeft neergezet, zodat iedereen ervan kan genieten.
Over een aantal jaren hoopt hij de motor van de 100S onder handen te nemen – die heeft lange tijd niet of nauwelijks gedraaid – zodat hij hem ook rijdend aan de wereld kan laten zien op concoursen en andere auto-evenementen.
Waarom de fraaie Coupé nooit in productie is gegaan? Hij moest het veld ruimen voor de MG B GT en later de MG C GT.
TEKST Ton Roks // FOTOGRAFIE Piet Mulder