Geregeld heb ik zitten turen naar de foto’s van de Baillon California Spider, die weer rijdend is gemaakt, zoals u in nummer 020 van Octane kunt zien. Ik slaagde er maar niet in er bewondering voor op brengen, en wist niet waar dat aan lag. Op een gegeven moment moest ik terugdenken aan een concours d’elegance voor Triumph’s en toen daagde het! Er stond daar een Spitfire MkI waarvan ik wist dat hij vele jaren daarvoor met grote zorg was gerestaureerd. De Triumph was nog steeds in goede conditie, maar de zilverkleurige spaakwielen waren helemaal bruin van de roest. Mijn metgezel van toen, een bestuurslid van een Triumph-club, werd daar warempel blij van. “Wat een schitterend patina”, riep hij uit. Ik was onthutst. Hoe kon hij dan nu patina noemen? Ik zag geen slijtage of gebruikssporen, maar verwaarlozing. Dat is heel wat anders dan patina. We werden het totaal niet eens, en ik heb het bestuurslid danig geschokt door die Spitfire niet de beoordeling te geven die hij gerechtvaardigd vond.
De Baillon Ferrari 250 GT SWB Spider is begin verleden jaar tijdens Rétromobile voor 16,4 miljoen euro verkocht en de nieuwe eigenaar heeft hem laten ‘preserveren’ in de staat waarin hij is aangetroffen. De Ferrari is rijklaar gemaakt en dat is alles. Hij is zelfs niet eens gewassen. De wielen shimmyen door de slechte staat van de spaakwielen, veel chroomwerk is verroest, onder de motorkap zijn alle klemmen geoxideerd en/of gaar, er zitten niet-originele bumpers op en de leren bekleding is vervangen door vinyl. In het aluminium kofferdeksel zit een kanjer van een deuk, veroorzaakt door stapels (auto)-tijdschriften die erop hebben gelegen toen de Ferrari weggestopt was in een garage.
Het siert de nieuwe eigenaar dat hij heeft nagedacht hoe deze unieke Ferrari te behandelen. Menig andere koper zou er ogenblikkelijk een Amerikaanse suikertaart van hebben laten maken: sterker glimmend dan ooit in zijn bestaan en met laserstrakke sluitnaden, oogverblindend chroom en leer dat 100 jaar nodig heeft om zijn ‘natuurlijke uitstraling’ terug te winnen.
Ik krijg het niet voor elkaar deze California Spider te zien als een voorbeeld van goede preservering. Het bewaren of fixeren van een mooi patina is prima, maar schades en sporen van extreme verwaarlozing en gebrek aan onderhoud zijn helemaal geen patina. Dat bestaat uit sporen die door de schurende hand van de tijd zijn achtergelaten en door normaal, respectvol gebruik – waartoe ook reparaties behoren.
De Ferrari van Baillon had nauwelijks nog patina, alleen wonden en littekens van langdurig achterstallig onderhoud en harteloze opslag, mishandeling bijna. Een gevolg van geldgebrek of desinteresse? Ik weet het niet. De Spider is in elk geval gemaltraiteerd, iets anders kun je het vervangen van het leer door vinyl niet noemen of het belasten van het tere aluminium kofferdeksel met grote stapels tijdschriften. Om maar niet te spreken over het tientallen jaren onaangeroerd in een garage laten staan.
Het heeft pijn gedaan zo’n zeldzame Ferrari 250 GT SWB California Spider (54 stuks gemaakt) in zo’n staat te zien. En het doet pijn die staat voor onbepaalde tijd geprolongeerd te zien. Te meer dat het volstrekt geen ‘natuurlijke’ staat is. Dergelijke auto’s blijven doorgaans hun hele leven in handen van mensen die het onderhoud prima kunnen betalen – kortom, ze zien er altijd goed uit, ze worden altijd gekoesterd en goed gerepareerd indien nodig. Het hoort dan ook bij zo’n Ferrari er schitterend uit te zien. Oud, met slijtagesporen, het is allemaal prima. Niet onder het stof en vuil, niet met deuken en Beun de Haas reparaties, dat zou toch geen enkele goede eigenaar laten gebeuren?
Ik zou deze California graag in een veel betere staat terugzien. Als nieuw? Misschien, in elk geval niet mooier dan dat. De staat waarin Alain Delon hem reed, kan ook heel interessant zijn: met lichte gebruikssporen, maar nog steeds oogverblindend mooi. Dat boeit me veel meer, ik wil die Spider beleven zoals hij op zijn best was, niet op het diepste dieptepunt van zijn leven.
Patina moet bewaard blijven, helemaal mee eens, maar als je sporen van verwaarlozing voor patina aanziet en ‘preserveert’, dan ben je in mijn ogen het spoor bijster. Zeker als je zelfs stof ziet als iets dat het bewaren waard is. Ik hoop dat de nieuwe eigenaar doet wat hij moet doen: deze California Spider zijn glorie teruggeven.