Tijdens het Goodwood Festival of Speed presenteerde Renault de Alpine A390, de extreme Renault 5 Turbo 3E en de Renault 5 E-tech Rallye. We spraken met Gilles Vidal, Vice President of Design, over retro, halo en ‘unreasonable cars’.
Tekst Frank Goedhart // Beeld Renault
Hoe belangrijk is de 5 E-tech voor Renault?
“Bij de transitie staat er veel op het spel. We moeten de consument overtuigen om elektrisch te gaan rijden en wat we zien met de ‘re-activatie’ van de ‘5’ is dat we mensen in de showroom krijgen die niet op zoek zijn naar een elektrische auto, maar die wel per se de nieuwe Renault 5 E-tech willen hebben, los van de aandrijving die de auto heeft. Op die manier maken ze de overstap naar elektrisch en dat is voor ons enorm belangrijk, zo overtuigen we mensen een elektrische auto te kopen.”
‘ Het is onverstandig om alle iconen te laten herleven, ook al hebben we er veel ‘
“Het ontwerp van de nieuwe 5 is niet retro in die zin dat we niet hebben geprobeerd om er de vintage-weg mee in te slaan. Als je goed kijkt naar de details en alle close-ups van de auto, dan verwijzen die wel terug naar de iconische 5, maar met nieuwe vormen en een modern ontwerp. We refereren dus duidelijk wel aan het origineel, maar we brengen tegelijkertijd iets nieuws en fris. Stel je voor dat Porsche met de 911 was gestopt was om lang daarna de huidige 911 te introduceren. Dat zou dan ook als retro gezien worden. Voor ons is de nieuwe 5 meer een doorontwikkeling van de oorspronkelijke vormgeving na een lange onderbreking.”



Zijn er na de R5, R4 en Twingo nog meer van dergelijke re-activaties op komst?
“Het is onverstandig om alle iconen te laten herleven, ook al hebben we er veel. De modellen die, naast deze drie, in ons programma gepland staan, komen vanaf een blanco vel papier. We zijn op zoek naar de toekomst en nieuwe, baanbrekende ontwerpen. De nieuwe Twingo wijkt wel af van de 5 en de 4 in de zin dat die auto nooit is weggeweest. Nu we na Twingo 1, 2 en 3 de vierde editie gaan introduceren, grijpen we met dat ontwerp duidelijk terug naar de eerste Twingo, maar wel op een zeer moderne manier. Wat betreft de levensduur van deze drie auto’s blijft ons toekomstbeeld een beetje vaag en onzeker. We kunnen niet over zeven jaar weer een nieuwe R5 lanceren; het moet een R5 blijven dus veel ruimte zal daar niet zijn. En over een nog langere periode blijft het een uitdaging om deze lijn vol te houden, maar dat zien we wel als het zo ver is.”
Welk van de projecten spreken je persoonlijk het meest aan?
“Moeilijke vraag. Het is alsof je moet kiezen tussen je kinderen. De Renault 5 was echt cool om te doen, de nieuwe 4 bleek een veel moeilijker project te zijn. De 5 was gemakkelijk: het was direct duidelijk hoe die vorm moest krijgen. De 4 was lastig omdat dat vroeger een heel hoekige, functionele en minimalistische auto was, terwijl de nieuwe R4 er in deze tijd goed uit moest komen te zien. De oude was volgens sommigen mooi van lelijkheid, dat maakte het ontwerp van de opvolger een lastige klus.”
“Daarentegen is het ontwerpen van de nieuwe Twingo juist supersnel gegaan; ons team heeft die ontwikkeling in slechts twee jaar voltooid met een proces dat heel intuïtief was en snel is doorlopen. We volgden ons hart en buikgevoel en ook de technische teams hebben hun best gedaan om alles snel en goed werkend in een klein pakket te krijgen, dat is een grote uitdaging geweest. De auto is gebaseerd op hetzelfde platform als de 5, maar dan veel kleiner, het was een flinke opgave om alles passend te krijgen in zo’n klein formaat. Dus misschien is dat toch wel een van mijn favorieten als ik dan toch een keuze moet maken.”
De introductieprijs van de Renault 5 was voor de markt een aangename verrassing. Hoe bereiken jullie in de ontwerpfase een kostenbeperking?
“Bij Renault, net als bij Dacia, hanteren we het principe ‘Design To Cost’ omdat we als doel hebben zoveel mogelijk waarde aan zoveel mogelijk mensen te bieden. Dat geldt natuurlijk voor alle ‘main-stream’ automerken, en het zadelt de ontwerpafdelingen op met grote uitdagingen. De kosten zijn leidend zodat de consument waar voor zijn geld krijgt en de auto met een goede positionering de markt in komt. Hij moet er ook nog goed uitzien en alle features hebben die de markt vraagt. Met de R5 krijg je nog steeds veel auto met een aansprekend design voor een acceptabel bedrag, zonder dat er iets ontbreekt.”
‘ Ik denk dat je in deze ethische, verstandige, morele wereld nog steeds dit soort dingen moet doen, fun stuff! ‘
“Design To Cost dwingt ons om tot het uiterste te gaan en simpel te ontwerpen, slim om te gaan met aantallen en vormgeving van de onderdelen en toch iets moois neer te zetten. Kijk bijvoorbeeld naar de voorbumper en de koplampen met daarin de opvallende vierkante lampen van de dagrijverlichting. Het is een aansprekend en verfrissend ontwerp, maar geloof het of niet: om te maken zijn het de goedkoopste lampen in het hele gamma van Renault. Dus ‘design to cost’ stimuleert ons echt om de kosten laag te houden. Bij de nieuwe Twingo is dat doel nog scherper gesteld, want daar willen we onder de 20.000 euro blijven, wat betekent dat we nog eens 25% meer moesten zien te besparen.”
Zijn jullie verrast door het grote succes van de 5?
“Het blijkt dus nu inderdaad dat de markt het ontwerp van de 5, 4 en Twingo omarmt, terwijl deze auto’s niet uit een specifieke vraag van de markt zijn ontstaan. Het begon met een idee vanuit de ontwerpafdeling en het geeft aan dat design op dit moment veel invloed heeft: daar ontstaan nieuwe ideeën, concepten, silhouetten en innovaties. Het idee voor de 5 bestond al toen ik in 2020 bij Renault kwam, en men had geprobeerd om het topmanagement te overtuigen om hem daadwerkelijk in productie te nemen. Toen Luca de Meo de nieuwe CEO werd, zei hij meteen dat we dat vanzelfsprekend moesten doen. Achteraf was dat logisch, want je kunt veel nieuwe EV’s vanaf nul ontwerpen maar met het risico dat je vergelijkbaar bent met anderen. Doe je iets als wij gedaan hebben, dan val je juist enorm op — en dat is winst. Het is ook iets dat de Chinese merken niet kunnen, want zij hebben geen geschiedenis. Dus was het een no-brainer, achteraf.”

Is de R53TE een pure ‘halo car’, of een product dat ook winst moet opleveren?
“Het is zeker een halo-auto, en we willen er in elk geval geen geld op verliezen. Het is ongelooflijk om zoiets te mogen doen. Ik denk dat je in deze ethische, verstandige, morele wereld nog steeds dit soort dingen moet doen, fun stuff! Dit soort projecten helpt ook om nieuwe technologieën te implementeren, net zoals onze deelname aan de F1 dat doet. Kijk naar de ‘in-wheel’ motoren van de R5T3E, we zijn misschien wel de enige fabrikant die deze in een productieauto toepast en bij het ontwerp hebben we er veel van geleerd. Deze auto, die in vergelijking met de rest van ons programma een zeer hoge prijs heeft, is zeker een halo-car voor Renault, maar ook een goed project. Hij verkoopt erg goed, want we hebben er al meer dan 1000 van de 1980 verkocht. Van tevoren wisten we niet of we een extreme Renault als deze zouden kunnen verkopen, maar het ging vanaf de eerste inschrijving meteen erg snel. Veel mensen moesten en zouden er een hebben, zoals drie vrienden uit mijn woonplaats die er een kochten zonder dat ik het wist. Snel bestellen om het juiste productienummer te krijgen en om niet deze kans te missen. Voor mensen die voor miljoenen euro’s aan auto’s in hun garage hebben staan, is het niets: een heel goedkope auto. Wij beleven veel plezier aan dit project en de prestaties zijn bizar en indrukwekkend. Dat zal snel blijken als jullie ermee gaan rijden. Nu moeten we alleen het volgende management overtuigen om nog meer van zulke ‘unreasonable’ projecten te doen.”