Jurgen Pauwels restaureerde een Mustang Fastback uit 1965 met grote zorg en helemaal naar eigen smaak.
Tekst Ton Roks Foto’s Luuk van Kaathoven

EEN BLOK GARAGES in het zuiden van de baroniestad Breda, tientallen witte kanteldeuren kijken je zwijgend aan, je kan er alleen maar naar gissen wat ze te verbergen hebben. Er kunnen mooie verrassingen achter schuilgaan, zoals de Mustang van Jurgen Pauwels. Hij mag een onverwacht aantal van die witte deuren de zijne noemen, Jurgen heeft maar liefst zeven garageboxen samengevoegd en er een royale man cave van gemaakt. Daarin kan hij niet alleen aan zijn auto’s werken, maar ze ook rustig bewonderen vanuit zijn zithoek, met een bekend voorkomend tafereel dat op de muur is geschilderd.
“Dat is het plein in Brescia waar de Mille Miglia altijd van start gaat”, vertelt Jurgen terwijl hij de koffiemachine aanzet en de worstenbroodjes uitpakt. En die halve Alfa Romeo 2600 die er tegenaan staat, wat heeft dat te betekenen Jurgen? “Hij maakte onderdeel uit van een project dat ik kocht van iemand, die later ook nog allerlei zaken zou leveren waarmee ik iets kon gaan bouwen. Dat duurde maar en duurde maar… Er werd van alles beloofd, en er kwam maar niks. Uiteindelijk was ik het tevergeefs wachten op onderdelen zo beu dat ik de donorauto in tweeën heb gezaagd, van kop tot staart. De ene helft van de carrosserie heb ik verkocht als kunstwerk, de andere staat hier tegen de muur. Als decoratie en als waarschuwing me niet opnieuw bij de neus te laten nemen.”
‘Het was een gestaakt project van een liefhebber die er een Hertz van had willen maken’
Jurgen heeft een brede smaak. Tot het rollend materieel dat in zijn garage heeft mogen vertoeven behoren een Jensen Interceptor III van 1973 – jazeker, met 7,2-liter Chrysler V8 – en twee Ferrari’s, een Mondial en een 575M. Die heeft hij niet meer. “Bij Ferrari’s rijdt altijd het gevoel met je mee dat er veel kapot kan”, zegt hij. Voor Porsches heeft hij ook een zwak, hij heeft een 911 3.2 Targa, een 964 Cabriolet en een 928S van zijn bucketlist mogen afstrepen. Tegen een klassieke Mercedes kan hij ook moeilijk ‘nee’ zeggen, bekent hij.
Wat ‘projecten’ betreft, heeft hij zich ook een keer aan een Maserati Indy gewaagd. “Daar ben ik aan begonnen als beginnend autodidact, met meer overmoed dan ervaring. Na verloop van tijd werd me duidelijk dat ik mezelf behoorlijk overschat had. Ik heb het project gelukkig kunnen verkopen voor hetzelfde bedrag als ik ervoor betaald had”, vertelt hij.
Jurgen had echter voldoende geleerd om een volgend project aan te durven, weer een auto die al lang op zijn bucketlist stond. Een minder complexe auto bovendien, een Ford Mustang van 1965, een Fastback. Een heel verstandige keuze, want het is de mooiste versie, met die sleuven in de B-stijl. “Het was een gestaakt project, in onderdelen, van een liefhebber die er een Hertz van had willen maken. Je weet wel, zo’n zwarte, met van die gouden strepen over de volle lengte. Ik heb alles overgenomen, maar heb niet voor de Hertz gekozen. Ik heb hem helemaal gemaakt zoals ik hem graag wilde hebben. Twee jaar ben ik ermee bezig geweest en het is één groot avontuur geweest. Toen ik eraan begon, wist ik niet hoe ik hem precies in elkaar moest zetten, maar deze keer had ik me beter voorbereid, ik had er allerlei adresjes voor. Alles dat ik niet zelf kon, heb ik uitbesteed aan vakmensen. Ik ben heel zorgvuldig te werk gegaan, ik wilde niet in de luren gelegd worden, wat soms gebeurt als iemand in de gaten heeft dat degene die voor hem staat geen expert is.”


Natuurlijk gaat eerst de motorkap open, wat daaronder huist is een superbelangrijk element van de aantrekkelijkheid van een Mustang, van elke Amerikaan eigenlijk. Standaard is een achtcilinder Fastback van 1965 uitgerust met een 289, een 4,7-liter V8 die zo’n 220 à 230 pk levert. Jurgen heeft echter gekozen voor een aanzienlijk grotere Windsor V8 van Ford, een 351 ‘Stroker’. Dat laatste verlangt enige uitleg. De 351 heeft normaliter een inhoud van 5,7 liter, maar hij leent zich bij uitstek voor het vergroten van de slag – de stroke – waardoor grotere slagvolumes mogelijk zijn met een hoger vermogen en koppel als plezierig gevolg. Tal van kits zijn leverbaar om door aanpassing van de slag een 351 Stroker te maken met een inhoud van 357, 383, 393, 408, 418 of 427 cubic inches. Wie ook de boring aanpakt kan zelfs tot 454 gaan, dan kom je uit op 7,4 liter.
De Stroker die de Fastback van Jurgen aandrijft is een 408 met een slagvolume dat naar 6,7 liter is gebracht. Het is de populairste versie van de Windsor V8 vanwege de beste balans tussen een hoog koppel bij lage toerentallen en een hoog vermogen bovenin. Het is natuurlijk niet bij alleen het vergroten van de inhoud gebleven, ook het draaiende gedeelte heeft een forse upgrade gehad met gesmede drijfstangen, een stalen krukas van RPM International, een dubbele distributieketting, stevigere kopbouten en speciale cilinderkoppen van AFR (Air Flow Research). De achtcilinder wordt gekoeld door een drie rijen dikke aluminium radiateur en voor de voeding draagt een fikse Holley zorg. Alles dat met de ontsteking te maken heeft, is aan de specialisten van MSD overgelaten.

“Hij moet zo’n 500 pk leveren, ik weet pas exact hoeveel het is als hij op de rollenbank heeft gestaan”, zegt Jurgen. De Mustang is origineel geleverd met een handgeschakelde vijfbak, nu is hij uitgerust met een automaat. Zekerheidshalve heeft hij gekozen voor een zo solide mogelijke Cruise-O-Matic versnellingsbak van Ford, een C4 automaat die inwendig fors versterkt is. “Hij kan 1000 pk aan, dat moet meer dan genoeg zijn. Ik ben er heel content mee, ik ben erachter gekomen dat ik een echte automaatrijder ben”, glimlacht hij.
Het spuitwerk van de Ford is heel mooi gedaan, en in de volle zon is het een plaatje. De kleur waarvoor Jurgen heeft gekozen is Buckinghamshire Green, uit het stalenboek van Aston Martin. Zwart en groen zijn de overheersende kleuren in het interieur. De keuzes zijn met zorg gemaakt, nergens is iets ‘over the top’, alles is met smaak gedaan, tot en met de geraffineerde, groene stiknaden. Het prachtige leer, ook groen, vormt een fraaie combinatie met het zwarte alcantara dat gebruikt is voor de bovenzijde van het dashboard, de transmissietunnel, de hemelbekleding en de raamstijlen. “De man die de bekleding voor mij heeft gedaan, heeft echt fantastisch werk geleverd. Hij is een Nederlander, maar woont in Frankrijk. Voordat hij eraan begon, is hij eerst hier met de auto komen kennismaken, kijken en voelen, om de sfeer van de Fastback zo goed mogelijk te begrijpen.”

Ook onder de – koolstofvezel – motorkap blijkt Jurgen’s aandacht voor detail. “Ford gebruikte indertijd geel gegalvaniseerde bouten en moeren. Die wilde ik per se ook hebben, die waren relatief gemakkelijk te regelen. Mijn restaurateur heeft een hele emmer met bevestigingsmaterialen voor 70 euro laten bewerken.”
De wielen waarop de Mustang staat zijn de bekende American Racings, groter dan standaard, maar met banden die voldoende hoge wangen hebben om de historische aanblik van de auto niet al te zeer te verstoren. Jurgen heeft voor rubber gekozen van Toyo, de Proxes Sport, vóór in de maat 205/50-17 en achter 225/45-17. De banden hebben gelukkig geen modern asymmetrisch profiel, het is traditioneel symmetrisch, wat een klassieker zoveel beter staat. Ook wat de instrumenten betreft is hij niet uit zijn dak gegaan, alles is origineel, en de drie extra ‘klokjes’ bovenop het dashboard – voor het toerental en de temperaturen van water en olie – passen goed bij de Mustang, evenals het diepe aftermarket stuurwiel van Shelby.
De V8 is een machtige machine, dat wordt duidelijk als we een rit maken door het grensgebied met België. Hij maakt niet overmatig veel geluid – hij produceert een kalme, donkere roffel, maar je hoort aan alles dat hij grote longen heeft. Als muziek in de oren, zo klinkt hij, zodanig zelfs dat een fietser speciaal stopt om zijn duimen op te steken voor de naderende Fastback.
‘Ik moet toegeven dat ik het wel heel erg leuk heb gevonden een restomod te bouwen’
De automaat schakelt strak en zonder schokken, zodanig zelfs dat je goed moet luisteren om te tellen hoeveel verzetten hij heeft. Het ‘elastieken’ gevoel dat menige oude Amerikaan eigen lijkt te zijn, is volledig afwezig. Bij normaal rijden komt de toerenteller nauwelijks boven de 2000, de trekkracht van de V8 onderin is zo groot dat hij zich dat gemakkelijk kan permitteren. Maar als Jurgen een paar keer goed gas geeft, ontwaakt het beest in de achtcilinder met een machtige brul en wordt de omgeving rap een groen waas. De achteras geeft geen kick onder het geweld, hij wordt dan ook stevig onder controle gehouden door een speciaal subframe, geleverd door Velocity Parts in Duitsland. Over tractie hoeft niet geklaagd te worden, een High Performance sperdifferentieel van Eaton Differentials zorgt ervoor dat het koppel zo goed mogelijk in felle acceleratie wordt omgezet.
Van een auto als deze moet je vooral zo veel mogelijk genieten – en dat is Jurgen dan ook van plan. Of fantaseert hij al over een volgend project? “Eerst dacht ik ‘eens maar nooit weer’, deze auto heeft me zoveel tijd, energie en geld gekost. De Mustang is mijn eerste restomod en ik moet toegeven dat ik het wel heel erg leuk heb gevonden zo’n auto te bouwen. Ik merk aan mezelf dat ik er steeds meer voor begin te voelen nog een keer zoiets te doen. Ik vind het nu zonde al de kennis die ik heb opgedaan niet nog een keer te gebruiken. Misschien bouw ik nog een keer een Mustang als deze, maar dan een blauwe.”
Hopelijk zien we de Fastback een keer terug op een van de Classics and Coffee’s dit jaar – met Jurgen of wellicht een andere eigenaar. Dat laatste sluit ik niet uit, het zal niet de eerste keer zijn dat een liefhebber zijn auto verkoopt omdat hij erachter is gekomen dat hij het restaureren en modificeren nog leuker vindt dan het rijden zelf.
Heeft u ook een mooie auto die het vertellen en delen waard is? Neem contact op met: frank.goedhart@octanemagazine.nl