De schaalmodellen van Amalgam worden gemaakt met een precisie die bijna die van de echte auto’s benadert. Op bezoek bij een modellenfabriek die tevens een modelfabriek is.

Tekst Cambridge Kisby // Foto’s Jonathan Bushell

Op een klein industrieterrein in Bristol zit een bedrijf verstopt zoals er maar weinig andere zijn. Je ruikt er geen motorolie en je hoort er geen geraas van allerlei machines. Af en toe bereikt het lichte knisperen van afplakband je oren en zie je vaste handen in stilte werken aan enkele van de meest legendarische machines uit de autosport. In een hoek staat de recordbrekende RB19 van Red Bull, het exacte chassis waarmee Max Verstappen in 2023 de Grand Prix van Nederland won. In een andere hoek, naast elkaar geparkeerd, staan twee iconen die geschiedenis schreven in de 24 Uur van Le Mans: de GT40 waarin Jacky Ickx en Jackie Oliver in 1969 op La Sarthe een daverende overwinning voor Ford boekten, en Sir Henry ‘Tim’ Birkin’s Bentley Blower van 1929.

Helemaal achter in het atelier – een juist woord voor dit bedrijf – staat de misschien wel meest opvallende attractie: de Ferrari 330 P4 die door Ludovico Scarfiotti en Michael Parkes in 1967 op Le Mans naar de tweede plaats is gereden. Het is een onberispelijk exemplaar, en het beste nieuws is dat het, net als die andere auto’s, perfect thuis op je bureau zou kunnen staan want het is nauwelijks langer dan een halve meter.

Welkom bij Amalgam’s ‘modellenfabriek’, een plek waar al bijna 40 jaar vaklieden tot in detail de beroemdste raceauto’s uit de geschiedenis van de autosport namaken. De creaties van Amalgam worden hoog aangeslagen vanwege de precisie waarmee ze tot in detail zijn nagebouwd, inclusief elk krasje of vlekje en eventuele updates. Neem die Ferrari 330 P4. Die wordt bewerkt door Kallon Jaye Rawlings, een van de vijf ambachtslieden die dergelijke klussen tot taak heeft en tot kunst heeft verheven. Hij zit ijverig een laagje verf aan te brengen met een klein kwastje. “Ik ben bezig de auto eruit te laten zien zoals hij tijdens de race was,” vertelt hij, terwijl hij aandachtig naar een foto uit 1967 kijkt, van de Ferrari op Le Mans. Vervolgens brengt hij heel precies een hoeveelheid ‘straatvuil’ aan, precies waar dat hoort, achter een achterwiel, en met exact de juiste vorm. “We willen dat hij eruitziet alsof hij net de pitstraat is binnengereden, net zoals dat bijna zestig jaar geleden gebeurd moet zijn,” zegt hij als hij de laatste streken verf heeft aangebracht.

‘Nadat de onderdelen zijn aangekomen, is er nog 450 uur precisiewerk nodig om een model in elkaar te zetten’

Amalgam heeft een geleidelijke toename in de vraag gezien sinds 2020, samenvallend met de hausse in de populariteit van de autosport. De modellen worden besteld en geapprecieerd door stercliënten zoals onder meer Richard Mille, Ralph Lauren, Charles Leclerc, Rowan Atkinson, Sylvester Stallone en Gordon Ramsay. Elk model, dat afhankelijk van de grootte en complexiteit ergens tussen de 400 en 2000 nauwkeurig gemaakte onderdelen kan bevatten, begint zijn bestaan vaak in de fabriek van de oorspronkelijke fabrikant. Eerst worden daar 3D-scans van de originele auto gemaakt, van elke moer, bout en schroef, en die worden rechtstreeks naar de modelbouwers in Bristol gestuurd. Die hebben vervolgens meer dan 4500 uur nodig voor het ontwikkelen en verkleinen van het model op schaal, voordat de gietbare onderdelen met een zo nauwkeurig mogelijk detailniveau gemaakt gaan worden.

Nadat de onderdelen vanuit Amalgam’s werkplaatsen in China en Hongarije zijn aangekomen, is er nog 450 uur precisiewerk vereist om een model in elkaar te zetten, het al dan niet ‘verweerd’ te lakken en eventueel details toe te voegen. De sfeer van toen en het uiterlijk van elke auto moet zo precies mogelijk nagebootst worden. Voorbeelden van betekenisvolle details zijn de vuile handafdruk van een ingenieur op de motorkap van Ickx’ GT40 en het verbogen spatbord van Birkin’s Bentley.

Onderschat de toewijding aan de historische nauwkeurigheid van de modellen niet, deze is heel groot. Modelbouwer Toby Moir: “We werken meestal met een ‘heldenbeeld’ van de auto tijdens een specifieke race of een moment in de tijd. Daar halen we zo veel mogelijk informatie uit om alle details op het schaalmodel te repliceren. Het komt ook voor dat we wensen en specificaties rechtstreeks van de klant krijgen. We hadden een paar jaar geleden een bestelling van een ingenieur die aan een van de Le Mans winnende Porsche 917’s had gewerkt. Hij stuurde ons een heleboel technische tekeningen van de ingenieurs en specificaties van dingen die hij in het model terug wilde zien, zoals de juiste hoeveelheid snelsluitingen in het neusstuk, inclusief zelfs de hoek waarin ze moesten staan. Hij vroeg ons ook de contactsleutel iets te verbuigen, hij herinnerde zich nog dat hij gezien had dat deze verbogen was toen de auto de pitstraat werd ingeduwd.”

‘Stercliënten zijn Charles Leclerc, Rowan Atkinson, Sylvester Stallone en Gordon Ramsay’

Al die aandacht voor opperste correctheid heeft een prijs: Amalgam’s 1 op 8 schaalmodellen beginnen bij een basistarief van € 10.495,- voor Ferrari’s SF-24, zoals die in 2024 de Australische Grand Prix won met Carlos Sainz, maar dat bedrag kan oplopen naar € 24.740,- voor bijvoorbeeld een Le Mans Aston Martin DBR9 van 2006 of een Aston LMP1 van 2009. Op verzoek kan Amalgam ook een op maat gemaakte versie van je eigen auto bouwen – een optie die populair is bij F1-teams en beroemde autosportenthousiasten.

“We zijn begonnen in 1985 met vier modelbouwers, als een bedrijf dat zich op algemene modellen richtte”, vertelt Sandy Copeman, geboren in 1953. Hij heeft het vak van modelbouwer geleerd bij een bedrijf dat een project had waarvoor alle belangrijke architectuur in Engeland, gebouwen en bruggen en dergelijke, op schaal moesten worden samengebracht.
De naam ‘Amalgam’ zal voor velen associaties oproepen met het materiaal dat wordt gebruikt om gaatjes in tanden te vullen, maar in het Engels wordt het woord ook gebruikt voor een combinatie van stoffen die een beter resultaat oplevert dan die stoffen los van elkaar. Copeman zegt dat er ook voor gekozen is omdat het woord er grafisch goed uitziet en zich niet gemakkelijk laat uitspreken, waardoor het beter blijft ‘hangen’.

Oprichter Sandy Copeman

“Toen we groeiden met Amalgam, dacht ik dat het cool zou zijn om te proberen met F1-teams samen te werken.” De eerste officiële licentieovereenkomst van Amalgam was met Jordan en het resultaat daarvan waren modellen van de 195 en de 196. Daarna is een soortgelijke overeenkomst gevolgd met Williams, eind jaren negentig, toen het nog wereldtitels won. Met nog steeds geen denderende verkopen zag Copeman geen andere optie dan zich te richten op de grootste naam op de markt – en dat betekende een trip naar Maranello.
“We benaderden Ferrari in 1998 en we hadden bijna meteen een deal,” herinnert Sandy zich. “Ze vonden het geweldig dat we met zulke vooraanstaande teams en ontwerpers hadden gewerkt. Kort nadat we een model van Ferrari’s F1-auto van 1998 hadden gemaakt, won de auto van ’99 het constructeurskampioenschap en daarna is de zaak echt voor ons gaan rollen met Michael Schumacher in 2000. Plotseling verkochten we behoorlijke aantallen 1 op 8 modellen, die toen ongeveer drie mille kostten, en dat heeft een grote ommekeer bewerkstelligd. Onze relatie met Ferrari is tot op de dag van vandaag intact en blijft belangrijk.”

Sandy vervolgt: “Ferrari was het eerste team dat ons rechtstreeks vanuit de fabriek van officiële 3D CAD-data voorzag. Er was natuurlijk aan gesleuteld, want Ferrari wilde geen geheimen prijsgeven, maar we hadden toch veel aan die data. Daarmee konden we de modellen nog gedetailleerder maken dan we al deden. Die data heeft ons ook geholpen vertrouwen op te bouwen bij andere raceteams. Als Ferrari zijn data beschikbaar stelt, moet het voor ons ook veilig zijn om dat te doen, zo redeneerden ze.” Daarna zijn relaties opgebloeid met McLaren en later Red Bull, waarbij men zo onder de indruk was van het gedetailleerde model van de RB9 dat sommige ingenieurs meenden dat er data uit de fabriek waren gelekt.

Behalve voor fabrikanten en renstallen maakt Amalgam ook modellen voor verzamelaars van autohistorie. George Lucas, de maker van de Star Wars- en Indiana Jones-films, is de eerste naam die Sandy Copeman te binnen schiet als voorbeeld. “George werkte in de jaren ’60 als monteur en teamchef voor Shelby. Maar voordat hij goed verdiende met zijn films, werd de originele Cobra waaraan hij had gewerkt – blijkbaar had hij de kleurstelling gekozen – verkocht op een veiling. Dus belde George ons en vroeg of we er een model van wilden maken. Hij gaf ons foto’s en vertelde een heleboel verhalen over de dingen die Alan Grant, de rijder indertijd, op het circuit met die Cobra had uitgehaald. Al die kennis over de geschiedenis heeft het extra speciaal gemaakt om die auto voor hem te bouwen.”
amalgamcollection.com

× Wil je direct contact?