HET WORDT STEEDS LASTIGER om originele onderdelen te vinden voor restauraties. Voor de meer zeldzame klassiekers raken de voorraden ‘new old stock’ zo langzamerhand uitgeput en voor restaurateurs wordt het een uitdaging om een project zo authentieke mogelijk te volbrengen.

Want wat doe je als je tijdens een restauratie van bijvoorbeeld een Iso Rivolta de achterlichtunits moet vervangen, wetende dat deze bijna niet meer te vinden zijn? Hoe vind je een nieuw melkglas-kapje voor de binnenverlichting van een Maserati 3500 GT, wetende dat dit onderdeel bijna altijd weggesmolten is in de praktijk? Vervanging van het verbrokkelde bakeliet uit het deurslot van een Monteverdi Safari blijkt ook bijna onmogelijk te zijn. En wat doe je als de elektrische ramen van je vers gerestaureerde Lamborghini 400 GT heel langzaam omhoog kruipen omdat de elektromotor, die het toch al moeilijk had, zijn beste tijd heeft gehad?

Als pure techneuten met liefde voor klassieke auto’s hebben Alwin Schulten en Luuk Hoogen besloten om al deze uitdagingen aan te gaan door een bedrijf te starten dat zich volledig richt op het produceren van zeldzame onderdelen, maar ook op technische upgrades van klassieke auto’s. Als Vintedge Engineering gaan ze daarbij, indien nodig, veel verder dan wat anderen nu al met 3D-printen weten te bereiken. Zij willen onderdelen leveren die niet te onderscheiden zijn van het origineel, zowel kwalitatief als visueel. En dat is niet voor alle soorten materialen even eenvoudig.
“Dit zijn projecten waarvoor we echt met archeologie bezig zijn en dat is het mooiste dat er is.”
We ontmoeten Alwin en Luuk in hun bedrijfspand in Nijmegen waar naast Vintedge Engineering ook de activiteiten van Coachworkz zijn ondergebracht. Ongeveer zes jaar geleden rapporteerden we over laatste bedrijf (zie editie 043), toen Alwin bezig was met de restauratie van nit één, maar vijf Fiat Ghia 1500 GT’s. In die tijd al wist Alwin dat de onderdelen voor zeldzame ‘coach built’ klassiekers steeds schaarser zouden worden. Toen hij afgelopen jaar op een klassiekerbeurs tegen industrieel productontwerper Luuk aanliep was het al snel duidelijk dat ze een gezamenlijke missie deelden: klassiek rijdend erfgoed op de weg houden en de liefde voor de klassieke techniek en vormgeving delen met andere enthousiastelingen.

De heren leiden ons na de koffie eerst naar de werkplaats van Coachworkz, via een hal waarin tientallen klassieke auto’s gestald staan. Deels werk-in-uitvoering – zoals de carrosserie van een Volkswagen Kever die met nieuwe lak staat te wachten om afgebouwd te worden – en deels privéverzameling van een goede relatie, waartoe de Volvo 850 T5R en de Amerikaanse Volvo Bertone behoren. De hal doet ook dienst als stalling voor onder meer een Iso Rivolta en Lele, een Volkswagen T3 camper en ook een Lancia Delta Integrale EVO en Alfa Romeo GTV 3.0 V6.

In de werkplaats, het domein van restaurateur Alwin, staan zes projecten waaraan hij in zijn eentje werkt: een VW Kever (ovaal), Triumph GT6 (Spitfire Coupé met zescilinder), Iso Rivolta GT, BMW 1600-2 Baur Coupé en een Fiat 147 met daarnaast een Fiat 241 oprijwagen. Vanzelfsprekend heeft elk project zijn eigen verhaal, maar het meest interessant zijn de BMW en de beide Fiats, omdat vooral in die projecten Alwin en Luuk al hun kennis en kunde kwijt kunnen en deze auto’s ook een indicatie zijn van hun toekomstplannen.



Alwin wijst naar een collage van foto’s aan de wand: “De BMW 1602 is door Baur geleverd als targa en als cabriolet. Wat ik niet wist is dat er ook ooit één 1600-2 Baur Coupé heeft bestaan, zoals je hier op de foto’s ziet. Volgens mijn beste weten bestaat die auto niet meer, maar wij hebben een klant die graag juist die auto gebouwd wil hebben. Dat zijn de uitdagingen die wij met plezier aangaan, want daarin komt alles voor ons samen: research, coachbuilding en het vinden of vervaardigen van niet bestaande onderdelen. Dit zijn projecten waarvoor we echt met archeologie bezig zijn en dat is het mooiste dat er is. We hebben aan de hand van de foto’s én een 1 op 43 modelauto de BMW in 3D gescand en geconstrueerd en nu bouwen we de targa van Baur om naar een coupé. De over de carrosserie verspreidde puntjes corresponderen met het 3D-model in de computer en zo gaan we minutieus, stap voor stap, deze one-off coupé realiseren.”
” Volgens hem hebben mooie auto’s maximaal vijf basislijnen en die moet je respecteren om het niet uit de hand te laten lopen. ”
Alwin vervolgt: “De basisauto was slecht gerestaureerd en de bodemplaat was er scheef in gelast, dus we hebben al veel werk moeten doen om de basis, met behulp van de richtbank, recht en goed te krijgen. We gebruiken een deel van de achterklep van een 1602 Touring en integreren die in de nieuwe constructie. Ook de Hofmeister knik brengen we terug in het ontwerp.”

De Fiats zijn een heel ander verhaal. Luuk is als productontwikkelaar geïntrigeerd door de grote belangstelling voor restomods: “Ik snap heel goed dat moderne auto’s en sportwagens voor steeds meer liefhebbers te weinig karakter hebben. Dat verklaart het succes van Singer, Schmidt, Alfaholics en ook Maturo. Alwin en ik bedachten dat we met ons nieuwe bedrijf niet alleen zeldzame onderdelen zouden kunnen reproduceren, we kunnen ook restomod-achtige upgrades voor bepaalde auto’s ontwerpen en vervaardigen. Voor de Datsun 120Y van Alwin die hiernaast staat zijn we ‘fender flares’ aan het vormgeven. De populariteit van Japanse klassiekers neemt toe en als we op een stijlvolle manier die auto’s wat spannender kunnen maken, zien we daar wel een markt voor ontstaan. Het voordeel van de ervaring van Alwin in plaatwerken en restaureren is dat hij weet welke proporties en rondingen nodig zijn om het allemaal visueel in balans te houden. Volgens hem hebben mooie auto’s maximaal vijf basislijnen en die moet je respecteren om het niet uit de hand te laten lopen.”


De Fiat 127, eigenlijk een uit Brazilië afkomstige 147, gaat straks het visitekaartje worden van Vintedge Engineering. De 3D-renderingen laten een auto zien met een op de Renault 5 Turbo geïnspireerde achterpartij en wielkasten die aan een Integrale doen denken. Een constructie van koperdraden geeft een indruk van de vorm van de wielkasten en achterzijde. Alwin geeft aan dat ze nog veel denkwerk te doen hebben: “We hebben nog niet besloten waar de motor komt, voorin of achter de voorstoelen en ook nog niet welke motor we gaan gebruiken. Ik wil geen Yamaha-powered-achtige Abarth conversie, maar wat het wel moet worden is nog niet duidelijk. Uiteindelijk willen we met deze 127 restomod, achterop de ook mooi vormgegeven 241, op beurzen en evenementen een proeve van bekwaamheid laten zien.”



Met deze visie nog in gedachten lopen we op de eerste verdieping het ‘laboratorium’ van Vintedge Engineering in. Langs de wand staan meerdere 3D-printers en ook een lintzaag, laptop en een kleine drukcabine voor het hogedrukgieten van kleine series producten. Op de tafels liggen in plastic bakken de eerste onderdelen, zoals het eerdergenoemde raammechanisme van de Lamborghini 400 GT, het slot van de Monteverdi Safari en voor die auto ook het gereproduceerde typeplaatje.
Luuk legt uit: “Voor de Lamborghini 400GT/350GT hebben we het originele zijruit-mechaniek een upgrade gegeven zodat het een betrouwbaar systeem is. Dat is nu bij ons als set leverbaar, inclusief de elektronische componenten zodat de nieuwe constructie zonder aanpassingen aan de originele onderdelen en de originele kabelboom kan worden gemonteerd. Hoe fijn is het als het raam van je 400 GT op normale snelheid elektrische opent en sluit? Voor dezelfde auto hebben we ook rubbers gemaakt voor tussen de roosters, handgrepen, emblemen en de carrosserie. Dat staat heel mooi en ze beschermen het lakwerk beter.”

Alwin pakt een achterlicht van een Iso Rivolta op en legt het naast een identiek exemplaar. “Het moeilijkst na te maken onderdeel is het ‘glas’ van een achterlicht. Op de beurs in Bologna werden 3D-geprinte exemplaren aangeboden voor 500 euro, maar dan zie je het verschil tussen echt en reproductie heel goed. Door het 3D printen krijg je laagjes die wat doen met de diffusie van licht door het glas. Bovendien krijg je met 3D printen niet alle letters en cijfertjes uit het origineel goed gekopieerd en blijft het basismateriaal nog lang uitharden onder invloed van UV-licht. We gaan natuurlijk niet te veel uitleggen, maar wij gieten de afzonderlijke kleuren hars in een speciale mal. Daarin ontstaat een eindproduct in de drie kleuren van het achterlicht, mét de aluminium scheidingswandjes geïntegreerd. De reproductie is dan niet van het origineel te onderscheiden.”



Op dit moment worden de laatste puntjes nog op de ‘i’ gezet en daarna willen Alwin en Luuk kleine series van onderdelen gaan leveren aan restauratiebedrijven in de wereld. Elke aanvraag die via engineering en onderzoek resulteert in een product, leidt zal dan tot een serie onderdelen leiden die in een webshop beschikbaar zullen komen. Met archeologisch onderzoek dat resulteert in perfecte ‘new stock’ onderdelen én zelfontworpen restomod pakketten willen ze de ‘go-to’ partner worden voor elke klassieke autoliefhebber. Ze zijn in elk geval al goed op weg.
Restoring the past, engineering the Future, vind meer informatie op: www.vintegde-engineering.nl