Voor diegenen die een Mercedes 500 E niet snel genoeg vonden, bouwde AMG iets heel speciaals: de E60. Met zijn 6,0-liter V8 en meer dan 380 pk is het een gezochte klassieker – en onbetwist een juweel in de kroon van AMG.

TEKST Ton Roks FOTO’S Luuk van Kaathoven

We kennen hem allemaal, de Mercedes-Benz 500 E, de machtige vierdeurs sedan die er op het eerste gezicht uitzag als een E voor brave, welgestelde burgers, en die zoveel spierballen had dat hij Porsche’s en Ferrari’s op de sprint kon evenaren. Het was een sportsedan van een kaliber dat toen ongekend was en nu is het de meest gezochte Mercedes onder de youngtimers, op de hielen gevolgd door de gevleugelde 190 E 2.5 -16V EVO.
Er is echter nog een Mercedes uit die periode, die beide qua snelheid en zeldzaamheid overtreft, de E60 AMG, die indertijd vanwege zijn nog grotere V8 en nog hogere vermogen meer dan euforisch door de Duitse pers werd ontvangen. Met recht, dat kunnen we na een rit met een superoriginele E60 zonder meer stellen.

‘Er is weinig dat je vertelt dat je in een heel bijzondere Mercedes zit, totdat je AMG’s eigen snelheidsmeter ziet’

Eerst even een stukje geschiedenis. De 500 E had de carrosserie van de 300 E als basis, een auto die ontworpen was voor vijf- en zescilinders. Het aanpassen van zijn carrosserie aan die grote V8 en de verdere ontwikkeling van de 500 E heeft Das Haus indertijd uitbesteed aan Porsche. Dat stond er niet al te best voor in die tijd en was blij met wat extra cash. In die periode heeft Porsche ook voor Audi de RS2 ‘gedaan’ en – je gelooft het bijna niet – voor Opel de Zafira.
Om de V8 van de SL (R129) in de 300 E te lepelen – zo ver mogelijk naar achteren, ten gunste van de gewichtsverdeling – moest de middentunnel flink wat breder worden. Dat was nodig om zijn grotere katalysatoren te huisvesten. En dat was niet alles, want de auto moest ook voorbereid worden op de acceptatie van 326 pk aan vermogen en 480 Nm aan koppel.


Vanwege de vele aanpassingen heeft Mercedes de bouw van de 500 E’s voor een fors deel neergelegd heeft bij Porsche, dat de nieuwe super-sportsedans in elkaar schroefde in hetzelfde gebouw waar eerder de 959 was vervaardigd. Sindelfingen kón de 500 E’s zelf niet eens bouwen want door hun gespierde, naar buiten welvende spatschermen waren ze te breed voor de productielijn, en de 2,3 centimeter kleinere grondspeling was ook een probleem.
Het fabricageproces van de 500 E was een complexe operatie. Eerst werden kale carrosserieën van de 300 E naar de vrienden van Porsche gebracht, die deze ombouwden tot kale 500 E’s. Daarna gingen ze terug naar Mercedes om in de lak te worden gezet en als ze eenmaal droog waren, mochten ze retour Porsche voor de verdere afbouw. Daarna volgde weer een transport naar Sindelfingen voor een eindcontrole – geen wonder dat de bouw van een 500 E achttien dagen kostte. Ondanks dat zijn er vanaf het voorjaar van 1991 tot in april 1995 toch 10.479 stuks van gemaakt.

‘In Japan heeft hij op de rollenbank gestaan en het resultaat was 418 pk, flink wat meer dan de fabrieksopgave’

De 500 E was meteen een succes, zijn 326 pk is nu niet meer zo extreem, maar toen was het echt een klap vermogen. Ter vergelijk: een Porsche 911 had toen 272 pk. Toch waren er klanten die nog méér wilden, en toen is AMG in actie gekomen: het gaf de 500 E een nog potentere V8, die een hele waslijst aan modificaties had ondergaan. Boring en slag waren vergroot om de inhoud naar zes liter te brengen, de nokkenassen hadden nog agressievere profielen en er waren lichtere zuigers gemonteerd plus vrijer ademende in- en uitlaatsystemen. De regie over dat alles werd gevoerd door een AMG’s op nog hogere prestaties gerichte motormanagementsysteem.


De viertraps automaat werd sterk genoeg bevonden voor AMG’s monstermotor, maar hij werd wel van nieuwe tandwielen voorzien ter wille van de duurzaamheid – en natuurlijk ook afgestemd op het zo goed mogelijk benutten van de trekkracht van de V8.
Na zijn kuur bij AMG leverde de achtcilinder 381 pk en dat was precies evenveel – wellicht niet geheel toevallig – als een Ferrari F355 van die tijd. De auto, die nauwelijks van de standaard 500 E te onderscheiden was, heette officieel Mercedes-Benz E60 AMG. Hij sloeg in als een bom. Wat denk je, een ruime sportsedan, van alle gemakken voorzien, met evenveel power onder de kap als een Ferrari en die van een Porsche 911 Hackfleisch maakte. De Duitse autopers was laaiend enthousiast over de E60 AMG, met zijn 580 Nm aan koppel was hij elke andere sedan op de sprint de baas, en ook menige sportauto.
AMG heeft 148 stuks van de 500 E omgebouwd, waarbij aangetekend moeten worden dat de geleerden het over het exacte aantal niet helemaal eens zijn. Alle E60’s zijn bovendien niet op dezelfde wijze tot stand gekomen. De meeste zijn in Affalterbach gebouwd op basis van kale 500 E carrosserieën, die rechtstreeks van Mercedes kwamen, maar er is ook een klein aantal klanten geweest dat al een 500 E besteld had en de nieuwe aanwinst spoorslags naar AMG heeft laten vervoeren voor een transformatie.

Van die 148 R60 waren er 45 die een speciale uitvoering van de 500 E als basis hadden. Deze heette 500 E Limited en daarvan zijn 951 geproduceerd. De E60 op deze pagina’s is er daar een van. Op 24 februari 1994 heeft hij als 500 E Limited de fabriek verlaten en is als Neuwagen aangeboden aan AMG voor de ombouw naar E60, waarna hij door een manager uit het hoofdkwartier van Mercedes is gebruikt. Vervolgens is hij als Jahreswagen in Japan beland, met een aantal originele opties, zoals een schuifdak, AMG’s Aero III kit en AMG’s speciale All Leather interieur. Dat alles is volledig gedocumenteerd – je verwacht niet anders van Mercedes en AMG.

In april 2020 is de E60 Limited verkocht en via de USA is hij door Ruud Bos, de huidige eigenaar, naar Nederland gehaald. De E60 heeft in al die jaren slechts 145.000 kilometer gereden, en is in perfecte staat. Dat was hij niet helemaal toen hij uit de Land van de Rijzende Zon vertrok, want de Japanse eigenaar had er enigszins een Jakuzo auto van gemaakt, aldus Ruud Bos. Hij was daar van andere lichtmetalen wielen voorzien plus de geheel verchroomde grille van een C-klasse. Daarnaast was er ook een andere voorruit ingezet (met geïntegreerde antenne) en had de auto andere binnenpanelen in de voorportieren, waarschijnlijk in het kader van een update voor de geluidsinstallatie. Ook waren de koplampen niet meer origineel.
Ruud heeft echter alle originele onderdelen weten te vinden, en de E60 Limited is nu weer zoals hij in 1994 ‘uit het doosje’ is gekomen. Het vinden van de juiste 17-inch OZ Racing Aero III wielen was een groot probleem, vertelt Ruud. Hij heeft er letterlijk stad en land voor afgezocht en heeft ze uiteindelijk in Polen gevonden. De originele koplampen van de E60, die zich onderscheiden door de verchroomde reflectorrand onderin, vereisten ook veel speurwerk. “Die heb ik na heel lang zoeken gevonden op een sloperij in Rostock. Daar wisten ze niet wat ze verkochten. Tegenwoordig doet een setje al gauw 5.000 euro”, vertelt Ruud.

In het interieur is er weinig dat je vertelt dat je in een heel bijzondere Mercedes zit, totdat je AMG’s eigen snelheidsmeter ziet. Die reikt een stuk verder dan de 260 km/h van de standaard 500 E, hij gaat tot 300. Bluf? Zeker niet, de ‘gewone’ 500 E haalde met uitgeschakelde begrenzing al 260 km/h en de E60, die een andere eindoverbrenging heeft, doet daar een dikke schep bovenop door de 280 aan te tikken – dat is waar de begrenzer in actie komt. Genoeg om een op topsnelheid rijdende 911 vriendelijk wuivend te passeren. Zonder begrenzer zou een E60 AMG zelfs 295 km/h halen. Nog wat cijfers van toen: hij accelereert van 0 naar 100 km/h in 5,4 seconden en hij vliegt de 200 voorbij als de stopwatch 20,4 aanwijst.


Je zit natuurlijk prima in zo’n E60, op brede en comfortabele stoelen, die weinig ‘sport’ uitstralen, maar genoeg zijdelingse steun bieden. Het stuurwiel is naar hedendaagse maatstaven gigantisch. Aan uitrusting ontbreekt het niet, hij heeft airco, elektrisch verstelbare stoelen, stuur en ook elektrische bediende zijruiten, cruise controle en verwarmbare buitenspiegels.
De standaard viertraps automaat laat je in II wegrijden als je er blijk van geeft geen vliegende haast te hebben – trekkracht heeft hij immers genoeg, en de koppelomvormer zorgt ervoor dat wegrijden altijd soepel en netjes gaat.
Tot pakweg zo’n 3000 toeren merk je niet zo nadrukkelijk dat er een beul van een machine onder de kap ligt, maar daarboven begint het grote sleuren. Dat komt doordat het maximum koppel van 580 Nm pas 3750 toeren wordt bereikt – maar daaronder is er meer dan genoeg souplesse en sprintvermogen.
Je zou verwachten dat de acht forse zuigers onder de motorkap zich niet zo’n op hun gemak voelen bij hoge toerentallen, maar daar is niks van te merken, de zes liter V8 loopt ongelooflijk mooi naar het rood, dat bij 6000 toeren begint. Je kunt het toerenbereik dus probleemloos ten volle benutten. In Japan heeft de E60 op de rollenbank een sportkeuring gehad en Ruud Bos laat met gepaste trots het resultaat daarvan zien: 418,7 pk bij 5470 min-1, flink wat meer dan de fabrieksopgave, en een bewijs dat de V8 kerngezond is.


Uiteraard heeft AMG het onderstel aan de hogere prestaties aangepast, de E60 Limited ligt dan ook als een blok op de weg, en geeft je alle vertrouwen om het fantastische koppel op elk willekeurig moment te benutten – er lijkt simpelweg geen einde te komen aan de gewilligheid waarmee hij blijft versnellen.
Er is niets aan te merken op de kwaliteit van het chassis. Carrosserie bewegingen worden stevig onder controle gehouden en de E60 blijft mooi vlak liggen in snelle hoeken. De mechanische grip van het brede rubber (245/45ZR17) krijgt optimaal de kans zijn werk te doen, je moet het wel heel bont maken om zijn massa met de AMG aan de haal te laten gaan. Je voelt goed hoe ver je kunt gaan – de communicatie tussen het chassis en je handen en zitvlak lichaam is ruim voldoende, zonder zich op te dringen.


Ook de bekrachtiging is juist gekozen – hij stuurt nooit te licht en nooit te zwaar. Hoewel AMG duidelijk voor een nog straffer onderstel heeft gekozen, is de E60 qua comfort nog steeds een Mercedes – hij is zeker niet bonkig hard en zelfs gemene, kleine oneffenheden worden netjes weggefilterd. Het is bij uitstek een auto om heel hoge gemiddelden te rijden, en waaruit je veel plezier kunt halen als je besluit de snelweg te laten voor wat hij is en toch maar via de Furkapas Italië in te rijden.
Het is geen extraverte auto, zoals AMG’s dat voor kort waren. De roffel van de V8 is gedempt, en wordt alleen luid als je naar het rood doortrekt – en dan wil je die mooi diepe bas héél graag horen. Goede keuze van AMG, want de E60 is eerst en vooral een supersnelle sedan, en pas in tweede instantie een sportmachine.

‘Het is bij uitstek een auto waar je veel plezier uit kunt halen als je besluit toch maar via de Furkapas naar Italië te rijden’

Het is een heel begerenswaardige auto, dat zeker. Een vaardige bestuurder is in staat met een 500 E gerenommeerde sportauto’s op de hielen te zitten, maar de E60 is royaler bewapend met vermogen, focus en dynamiek, waardoor hij een trede hoger functioneert en in staat is een serieuze bedreiging voor serieuze sportauto’s te vormen.
Het zal geen verrassing zijn dat de E60 AMG qua verzamelwaarde een uitzonderlijke positie heeft onder de sterren van Mercedes. Het was al geen goedkope auto toen hij nieuw was. Een ‘gewone’ 500 E kostte bij de lancering in Duitsland zo’n 135.000 DM en toen de productie naar zijn einde liep, moest er 145.000 DM neergeteld worden. Voor de AMG E60 moest je bereid zijn van maar liefst 190.000 DM afscheid te nemen.
De waarde van een goede 500 E ligt momenteel tussen de 40.000 en 60.000 euro, met uitschieters naar boven. De prijzen van de E60 AMG’s zijn aanzienlijk hoger, ze reiken naar het dubbele en zelfs naar de anderhalve ton of meer voor de allerbeste exemplaren. De Limited doet daar wellicht nog een schepje boven op. Gezien zijn positie in het assortiment van Mercedes-Benz en AMG is die hogere waarde te rechtvaardigen: onder de klassieke sedans van beide fabrikanten is de E60 niets minder dan de top – het is een waar juweel in de kroon van AMG.


Hij is bovendien uitzonderlijk zeldzaam en ook een unieke coproductie van drie fabrikanten die in hun eigen segment tot de top behoren: Mercedes, Porsche en AMG. Hij is niet AMG’s eerste ‘legende’, dat is de Rote Sau, een raceversie van de niet geringe 6,3-liter Mercedes 300 SEL. Temidden van een veld vol 911’s, dikke BMW’s 2800, Camaro’s Z28 en Capri’s 2600 RS heeft dit rode monster zich in 1971 naar een tweede plek geknokt in de 24 Hours of Spa. In 1986 heeft AMG nog meer faam verworven met een 300 E die met een 360 pk 5,6-liter V8 was uitgerust. Vanwege de harde klappen die hij kon uitdelen, heeft hij de bijnaam Der Hammer gekregen. AMG’s E60 verdient een minstens zo stevige bijnaam. Der Hammer II, bij deze.

Met dank aan Ruud Bos, die drie jaar van zijn E60 AMG Limited heeft genoten, toe is aan een nieuw project en hem nu aan iemand anders gunt. Mail info@octanemagazine.nl voor zijn contactgegevens.

MERCEDES-BENZ E60 AMG
Motor 5996 cm3 V8 met vier kleppen per cilinder, compressie 10.0:1 Vermogen 381 pk bij 5500 min-1 Koppel 580 Nm bij 3750 min-1 Transmissie achterwielaandrijving, viertrapsautomaat Gewicht 1700 kg Acceleratie 0 -100 km/h in 5,4 sec. Topsnelheid 280 km/h (begrensd) Bouwjaren 1993 – 1995

× Wil je direct contact?