AL DIVERSE ALFA’S heb ik gehad uit de 105-serie, allemaal Giulia’s met een 2-liter motor, maar nog geen coupé. Die staat dan ook hoog op de bucketlist. Toen Dick Bloemendaal belde en me een rit aanbood in de unieke 1750 GT Veloce die hij in zijn showroom in Rijssen had staan, heb ik meteen toegehapt.

Vooral omdat het ook nog een heel bijzondere was: hij is in 1969 geleverd via dealer Hoogeveen in Hilversum voor de som van fl 15.793,- en daarna is hij een heel groot deel van zijn leven in handen gebleven van één familie, die de auto zo zorgvuldig gekoesterd heeft dat hij er piekfijn bij staat, nimmer gerestaureerd is en nog altijd volkomen origineel is, een echte tijdreiziger dus. Er is bovendien relatief weinig mee gereden, in 44 jaar heeft hij nog geen 27.000 kilometer afgelegd. Er is geen spatje roest aan hem te bekennen en er is geen scheur in het dashboard of het houtwerk te zien, wat vrij uitzonderlijk is voor een Alfa Romeo uit die tijd, zeker als hij vaak in de zon heeft gestaan.

Dick Bloemendaal over de historie van deze GTV: “De eerste eigenaar heeft de auto maar liefst van 1969 tot 2004 gekoesterd. De auto is daarna als erfstuk naar een neef van de eerste eigenaar gegaan en daar wederom in een liefhebbersnest terechtgekomen. Toen was de auto al heel bijzonder vanwege zijn uitmuntende staat en hoefde deze neef er alleen nog maar heel goed op te passen en hem goed bij te houden.

Dat heeft hij gedaan, twaalf jaar lang, en daarna – in 2016 – is hij bij de derde eigenaar beland, een man met een echt hart voor Alfa Romeo’s. Hij heeft er zeven jaar heel goed voor gezorgd en heeft onlangs, vanwege drukte en veelvuldig verblijf in het buitenland, besloten dat iemand anders ervan mag gaan genieten.”

Het verhaal van Alfa Romeo’s verleidelijke, door Giorgetto Giugiaro bij Bertone getekende coupés is begonnen in 1963 met de Giulia Coupé 1600 Sprint GT, ook wel bekend als ‘brievenbus’ vanwege de typische spleet over de volle breedte van zijn neus. Deze was er ook met een 1,3-liter motor, met 88 pk, 22 minder dan de 1600. In 1967 werd die opgevolgd door de 1750 GT Veloce, dikwijls kortweg ‘GTV’ genoemd. Die had hetzelfde koetswerk, echter zonder de ‘brievenbus’ maar wel met vier koplampen, horizontale spijlen in de grille, grotere achterlichten, een andere plaatsing van de knipperlichten en een flink opgefrist interieur. Ook onderhuids waren er verbeteringen aangebracht.

De GTV was merkwaardigerwijs ook op kleinere wielen gezet – 14 inch in plaats van eerst 15 –, maar daar stonden dan wel bredere banden tegenover – maat 165 in plaats van 155. Later zijn er van de GTV nog twee versies gekomen met kleinere motoren (1300 en 1600) en een met een grotere motor (2000).

Hoewel het interieur beduidend anders is dan dat van een Giulia sedan, is het meteen thuiskomen in de 1750 GTV, door de geuren en doordat alles zo herkenbaar ‘Alfa Romeo’ is. Met mooiere materialen, een uitgesproken sportieve stijl en vooral meer detaillering dan je in tijdgenoten aantreft. Je hebt een pracht van een stuurwiel in je handen, van Hellebore, met hout omrand en drukknoppen in de fraai gepolijste aluminium spaken om de claxon te bedienen. De versnellingspook heeft een grote knop die perfect in je hand past. Hij is fijn hoog geplaatst zodat je hand er vanzelf op valt.

Je kijkt uit op twee forse klokken van Veglia, pal achter het stuur maar goed zichtbaar, met een snelheidsmeter die tot 200 km/h doorloopt en een toerenteller die tot 8000 kan tellen. Het is niet alleen onnodig hem dat ooit te laten doen, het is ook ongezond voor je portemonnee, want de ‘rode lijn’ bevindt zich bij een behoedzame 5700 toeren. In de middenconsole kijken meters voor de stand van zaken in de tank en het koelsysteem je met een schuin oog aan. Ze worden gezelschap gehouden door schuifknoppen voor verwarming en ventilatie. Je zit op fijne stoeltjes, die onderling verschillen, wat typisch is voor de eerste serie van de GTV. Het bankje achter je is niet geschikt voor volwassenen, zie het als extra opbergplek voor weekendtassen of zo. Nodig is dat niet, want de GTV heeft een behoorlijk grote kofferbak, zeker als het reservewiel eronder is opgeborgen zoals het hoort, wat niet het geval was toen wij de GTV reden en fotografeerden.

Heel herkenbaar is ook het geluid van de door Giuseppe Busso ontworpen viercilinder, geheel van aluminium, met twee bovenliggende nokkenassen en twee dubbele 40 DCOE 32 Webers – een juweel. Hij klinkt krachtig en produceert een mooie ronk en als je tot in de hogere regionen van zijn toerenteller doortrekt wordt dat een sonore huil die je doet spinnen van genoegen. Hij levert fijn veel koppel onderin, dat boven de 3000 toeren alleen maar meer spierballen krijgt met een steeds hardere duw in je rug tot gevolg. De vijfbak is prima gespatieerd en het is geen kunst om al opschakelend op een goed punt op de koppelkromme te landen. De 1779 cm3 motor levert 115 pk en 170 Nm aan koppel, waarmee hij een topsnelheid van 187 km/h haalt. De acceleratie is een stuk vlotter dan je op basis van die 115 pk zou vermoeden, wat mede komt doordat de Alfa maar 1040 kilo weegt. Ik had sterk de indruk dat de 1750 GTV niet of nauwelijks minder snel is dan een Giulia sedan met tweeliter motor.

Het prettige van de 1750 is dat hij dezelfde 10/41 eindoverbrenging heeft als een 2000 GTV waardoor hij op de snelweg beduidend aangenamer rijdt dan een 1300 of 1600, reken op zo’n 2800 toeren bij 100 km/h. De exemplaren met kleinere slagvolumes hebben een kortere overbrenging zodat ze ondanks hun geringere vermogen toch goede sprinteigenschappen hebben. Het gevolg daarvan is wel dat de naald van de toerenteller bij 100 km/h al een stevig eind op weg is naar de 4000 min-1. Daardoor zijn de versies met meer motorinhoud fijnere auto’s als je langere afstanden rijdt. Op binnenwegen echter kun je met de 1300 en 1600 ook veel plezier beleven.

Over de wegligging van de 1750 GTV valt niks te klagen, de wielbasis is korter dan die van de Giulia, waardoor hij nog gretiger instuurt en wendbaarder is. Carrosseriebewegingen zijn goed onder controle, hij helt wel wat om zijn lengte-as maar komt onmiddellijk tot rust zodra je ingestuurd hebt, blijft vervolgens keurig op koers en je kunt vroeg op het gas voor een snelle exit. Je hebt daardoor al snel vertrouwen in de GTV.

Elke keer weer als ik in een Alfa uit de 105-serie rijd, verbaas ik me er opnieuw over hoe goed al die auto’s rijden tegenover hun tijdgenoten – er was bijna niemand die deze Alfa Romeo’s evenaarde. Ik heb redelijk wat sportieve auto’s gehad of gereden die zich min of meer in zijn segment bevonden, zoals de Triumph Dolomite Sprint, de rappere Ford Escorts en de BMW 2002, maar als het om rijeigenschappen gaat, is er weinig tot niets dat een Alfa Romeo overtreft, en in het geval van de GTV krijg je er gratis een fraai koetswerk bij. Als je een hitlijst zou maken van de mooiste compacte coupés, zou hij op eenzame hoogte bovenaan staan.

Alfa Romeo was in de tijd van de 105’s gewoon heel erg sterk, want alle auto’s uit die serie zijn erg goed in hun segment, de Giulia sedan, de Berlina, de Sprint GT, de GTA, de GTV en de Spider. Alfa Romeo had het hele spectrum goed voor elkaar: de gretigheid van de motor, de spatiëring van de versnellingsbak, de effectiviteit van de remmen (schijven rondom), de wielophangingen en het weggedrag, allemaal niks op aan te merken. Als je op een gegeven moment besluit dat je toch iets wilt verschuiven in de balans tussen wegligging en comfort gaat dat relatief gemakkelijk, want daarvoor is nog altijd veel te koop bij bedrijven als onder meer Balocco Classics en Alfaholics.

Het is de vraag of je dat met deze 1750 GTV moet doen, omdat hij zo uitzonderlijk origineel is – hij is echt alsof hij nieuw uit het doosje komt. Wie goed kijkt, ziet wat kleine krasjes op de Bluette lak – van de wasbeurten –, maar dat is eigenlijk alles. De laatste keer dat ik Dick Bloemendaal sprak was de vraagprijs 85.000 euro, wat een heel fors bedrag lijkt. De prijzen van de Giulia GT’s en GTV’s zijn echter sterk aan het stijgen. Niet zo lang geleden was 50 mille nog zo’n beetje het plafond, maar inmiddels beginnen de prijzen voor redelijk tot goede exemplaren al op of boven dat niveau te komen. De prijzen voor de toppers zijn sneller gestegen dan menigeen kan sparen en het duurt waarschijnlijk niet lang eer ze nog dichter bij de ton komen. Het aantrekkelijke van deze Alfa Romeo is dat het geen ‘chocolate teapot’ is, zoals de Britten zo mooi zeggen. Het is niet zo dat je geen kilometers meer aan zijn lage tellerstand kunt toevoegen, omdat anders de waarde zou wegsmelten. Laat de 1750 GTV je gerust veel genoegen schenken, want zijn super-originele en uitzonderlijke goede staat zijn alleen al voldoende om een hoge waarde te rechtvaardigen.

(1966 -1969)

MOTOR geheel aluminium viercilinder, 1779 cm3, twee bovenliggende nokkenassen, twee dubbele Webers (40 DCOE 32) VERMOGEN 115 pk bij 5000 min-1 KOPPEL 170 Nm bij 3000 min-1 TRANSMISSIE handgeschakelde vijfbak, achterwielaandrijving, eindreductie 10/41 WIELOPHANGING voor schuingeplaatste draagarmen en langsarmen, schroefveren en telescoopdempers, anti-rolstang; achter starre as met langsarmen en T-vormige stabilisator, schroefveren, telescoopdempers, anti-rolstang BESTURING wormwiel, onbekrachtigd  REMMEN schijven rondom, bekrachtigd LxBxH 4080 x 1580 x 1328 mm WIELBASIS 2350 mm TANKINHOUD 46 liter GEWICHT 1040 kg TOPSNELHEID 187 km/h PRODUCTIEAANTAL 44.269, waarvan 6380 rechtsgestuurd en 3243 voor de USA NIEUWPRIJS 15.793 gulden PRIJSINDICATIE NU gemiddelde staat 48.500 euro, concoursstaat 98.000 euro  (veilingresultaten ClassicCarRatings.com)

× Wil je direct contact?