Tekst & Foto’s: Axel Roks

Het idee om een reis te maken naar de poolcirkel spookte al langer door mijn hoofd. Tijdens de restauratie van onze Saab 99 kwam ik een video tegen van Harry Metcalfe – bekend van Harry’s Garage op YouTube – die met zijn Rolls Royce Silver Shadow op avontuur ging, met als doel de poolcirkel te bereiken. En daar natuurlijk ook het noorderlicht te spotten. Meteen voelde ik een aantrekkingskracht om iets soortgelijks te doen, maar na voor gek te zijn verklaard door mijn vrienden om met een 40 jaar oude auto zo’n tocht te maken, heb ik het idee toen in de ijskast gezet.

Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan en vorige herfst ben ik met mijn vriendin begonnen met het plannen van de reis. We besloten eind december te vertrekken en er ruim twee weken over te doen. Na een extra isolerend speklaagje van alle kerstdiners aangelegd te hebben zijn we vertrokken.

‘Op de rit van Hell naar Mo I Rana werden we wederom geconfronteerd met de vroeg intredende duisternis. Grote wolken van stuifsneeuw bliezen over het wegdek wat het zicht nog verder belemmerde.’

Een rit naar de poolcirkel vraagt uiteraard de nodige voorbereiding. Voor vertrek hebben we de auto zo veel mogelijk geschikt gemaakt voor de temperaturen in het hoge noorden. We hebben goede winterbanden gemonteerd, alle vloeistoffen vervangen, de remmen nagekeken etc. Met zelf nauwelijks ervaring met rijden in de sneeuw en onder ijzige omstandigheden, is het moeilijk voor te stellen hoe koud het kan zijn op de poolcirkel en wat je daar te wachten kan staan. Maar goed, een doos onderdelen mee en we zouden wel zien wat er als eerste kapot gaat.

De eerste paar dagen was het voornamelijk kilometers vreten. De etappe ging van Breda naar Hirtshals in het noorden Denemarken om daar vervolgens de boot te pakken naar Kristiansand en door te rijden naar Oslo. Een vriendin die is opgegroeid in Duitsland waarschuwde mij al voor vertrek dat deze overtocht bij haar thuis bekend staat als de ‘kotsboot’. De zeelucht en uitzicht op de horizon hielpen wel, maar voor veel mensen aan boord was het constant heen en weer wiegen toch te veel van het goede. Groen en geel liepen ze, met een loopje dat niet vreemd zou zijn na een halve fles tequila, door de gangen van het schip op zoek naar een papieren zakje om weer te kunnen zien wat ze die ochtend hadden gegeten.

Aangekomen in Oslo hebben we de tijd genomen om te stad te verkennen voor we verder reisden naar onze volgende stop: Hell, vlakbij Trondheim, waar de oud en nieuw zouden vieren. Begin januari zijn de dagen in het noorden kort en voor je het weet valt de duisternis weer in. Buiten de steden en dorpen zijn grote stukken weg niet voorzien van straatverlichting en in de periode dat wij er waren was er ook weinig ander verkeer. Het was dus stikdonker en dat maakt het rijden erg vermoeiend. Onze gedachte was dat als we maar op de E6 zouden blijven – de grote snelweg die noord met zuid verbindt in Noorwegen – het wel mee zou vallen met de kwaliteit van de wegen. Er werd veel gestrooid en de sneeuwschuivers waren druk in de weer om het zo veilig mogelijk te houden, maar er ontstond toch een dikke hobbelige ijslaag op het asfalt die deed denken aan Vlaamse kasseien.

Ons nieuwe jaar begon dus in Hell, het vagevuur hebben we doorstaan en vooralsnog leek onze reis niet op die van Dante en Vergilius. De Saab deed het erg goed. We hebben het geen moment koud gehad, dankzij de uitstekende verwarming. Met de vijfbak liep de motor erg rustig op de 80 km/h wegen; harder mag je vaak alleen in het zuiden. De wegligging was goed en we hadden verbazingwekkend veel grip in deze glibberige omstandigheden. Onze volgende stop was Mo I Rana, het grootste plaatsje voor we de poolcirkel binnen zouden rijden. Op de rit van Hell naar Mo I Rana werden we wederom geconfronteerd met de vroeg intredende duisternis. Grote wolken van stuifsneeuw bliezen over het wegdek wat het zicht nog verder belemmerde. Gelukkig was het niet alleen misère want de korte dagen hebben ook een keerzijde. Tijdens de schemering kleurde de hemel een waarachtig mooie schakering van pasteltinten zoals wij het allebei nog nooit hadden gezien. Oranje, roze en blauwtinten wisselden elkaar af en geven de indruk dat je zo een Turner schilderij in kan rijden.

Die nacht was het -18 graden en terwijl de accu het nog goed deed, begon de Saab net na vertrek wat slechter te lopen. Na een snelle inspectie onder de motorkap bleek dat de plastic knop aan de bovenkant van de Zenith-carburateur in tweeën was gebroken. De hydraulische demper van de carburateur dempte nu in het luchtledige en omdat hij een beetje onregelmatig liep zonder deze demper zijn we in de stad op zoek gegaan naar een vervanger. Drie garagebedrijven hebben ons verhaal aangehoord en met grote verbazing gekeken naar onze Saab. Verhalen over dat opa vroeger zo’n auto had en dat je ze 20 jaar geleden nog wel eens ergens zag, maar het maakte ook duidelijk dat de kans dat we dit onderdeel gingen vinden erg klein was. Het bleek dat de oldtimer cultuur in Noorwegen gedragen wordt door een handjevol mensen. We werden dan ook geadviseerd om maar in Zweden te gaan zoeken. Aangezien de Saab, zeker wat hoger in toeren, nog uitstekend liep besloten we onze trip voort te zetten zonder carburateur demper en er wel naar te kijken als we thuis zouden zijn.

Arctic Circle Center

Vanaf Mo I Rana was het nog een uur rijden tot de Poolcirkel op 66° 33′ noorderbreedte. Op deze coördinaten staat het Arctic Circle Centre, dat midden in een groot nationaal park ligt met arctisch ijs. Het is een erg bijzondere ervaring om richting de poolgrens te rijden. Langzaam verdwijnen alle bomen en blijft er alleen nog sneeuw, leegte en een blauw Saabje met Nederlandse kentekenplaten over in het landschap. De lucht liet wederom een verscheidenheid aan pasteltinten zien. Op de parkeerplaats van het Arctic Circle Centre bleek het -26 graden te zijn en doordat het ook behoorlijk waaide, was de gevoelstemperatuur nog veel lager; ieder onbedekt stukje huid doet dan binnen no time pijn. Het duurde dus ook niet lang voor we de veiligheid van onze auto weer hadden opgezocht om te genieten van de sterke Zweedse kachel. Die avond hebben we de ferry van Bodø naar Moskenes genomen, om te overnachten in Reine op de Lofoten Islands.

Lofoten

De temperaturen op de Lofoten zijn dankzij de golfstroom een stuk milder dan in de rest van Noorwegen. Het was rond het vriespunt toen we wakker werden in ons hotel met uitzicht op een enorme rotspartij die uit de zee opdoemde. De laatste jaren zijn de Lofoten erg populair geworden onder vakantiegangers en nu we hier dit natuurschoon zelf konden aanschouwen snappen we waarom. Het leek op een mix tussen de Dolomieten en de Schotse kustlijn. Een half uur rijden van ons hotel bleek er een strandje te zijn waar je goed het noorderlicht zou moeten kunnen zien, met vrij uitzicht naar het noorden en weinig lichtvervuiling. ’s Avonds na een half uur koukleumen op het strandje begon zich inderdaad een vage groene gloed te ontwikkelen die steeds intenser werd. Het is gelukt om wat foto’s te maken maar het vraagt wel wat oefening om dit magische fenomeen vast te leggen. Op onze tweede nacht zijn we weer rond elf uur op pad gegaan en was het noorderlicht een stuk sterker.

Voor iemand die het leuk vindt om auto of motor te rijden zijn de wegen op de Lofoten geweldig. Soms lijkt het alsof je op een circuit zit met alle haarspeldbochten, hoogteverschillen en glooiende wegen. Dit rijgenot werd wel wat de kop ingedrukt door de Noorse po po. We reden Narvik uit op een 80 km/h weg. Toen het een 60 km/h zone werd liet ik het gas los tot ik de toegestane snelheid had bereikt. Het viel mij al op dat veel Noorse chauffeurs flink op de rem trappen als de toegestane snelheid verandert. Het resultaat van dit alles: meneer agent zat verdekt opgesteld in de bosjes, 16 km/h te hard. Boete: 7000 NOK ongeveer € 600. De bekeuring moet nog op de mat vallen.

Het meest noordelijke punt van onze reis lag achter ons en we waren aan de lange terugweg begonnen. Tijdens het plannen van de trip overwogen we nog om bij Narvik de grens over te steken naar het Zweedse Kiruna en zo terug te gaan. Gelukkig hebben we dat niet gedaan, want het was in Zweden een van de koudste winters in tijden met temperaturen onder de -40 graden! Ik vraag me af of de Saab dat overleefd zou hebben. We hebben veel geluk gehad met het weer door de echt extreme temperaturen te hebben ontlopen.

Op de weg van Narvik naar het zuiden begon de Saab steeds slechter te lopen. De wegen in die regio waren er dusdanig slecht aan toe dat er een hoop losgetrild is. Het begon te lijken op wegdek wat ze gebruiken om de bouwkwaliteit van nieuwe auto’s te testen. Waarschijnlijk heeft dit samen met de lage temperaturen ervoor gezorgd dat we nu een serieus probleem kregen met de ontsteking. De toerenteller ging alle kanten op, we hadden bijna geen vermogen meer en de auto begon flink te sputteren. Met horten en stoten, in het aardedonker heeft de Saab de ene na de andere bergpas genomen en haalden we gelukkig ons hotel. Na wat onderzoek bleek dat de grafieten stift in de verdeler kap was gebroken en ook de bobine kapot was. Beide onderdelen waren vervangen voor we vertrokken, maar dat laat wel zien hoe extreem de omstandigheden waren. Een reserve verdeler kap had ik ingepakt maar een bobine heb ik over het hoofd gezien, je gaat er niet vanuit dat juist die kapot gaat. De volgende morgen zijn we al vroeg met de trein naar het volgende dorpje gegaan, waar een onderdelenhandel per toeval nog een bobine had liggen. Na alles gemonteerd en nog een keer op losse contacten nagelopen te hebben liep de Saab weer als een zonnetje. Het duurde een paar uur rijden voor we weer het vertrouwen hadden dat het goed zat, vol spanning zaten we te wachten tot de volgende kuch of plof zich zou voordoen, maar gelukkig bleef het uit.

De spanning en autoproblemen waren we direct vergeten toen we dezelfde weg terug opnieuw de poolcirkel passeerden: op de uitgestrekte witte vlakte doemde ineens een grote kudde rendieren op. Ze keken op toen we voorbijreden om daarna snel weer verder te gaan met grazen; nadat ze een laagje sneeuw hadden weggegraven. De kilometers raasden voorbij en de wegen werden langzaam beter. Grote glijpartijen zijn uitgebleven en ik bleef me verbazen over hoeveel grip we hadden. Je merkt aan veel kleine dingen dat de Saab gemaakt is voor winterse omstandigheden. Tijdens de restauratie vroeg ik me al af waarom er zo’n enorme tank ruitensproeiervloeistof in zit: drie liter vloeistof hebben we er doorheen gejaagd om de koplampen en voorruit enigszins schoon te houden en te ontdoen van al het zout.

Made by trolls in Trollhättan

Trondheim en Lillehammer vlogen voorbij en nadat we de grens naar Zweden hadden overgestoken kwamen we aan in het spirituele thuis van onze auto: Trollhättan; ‘Made by trolls in Trollhättan’ luidt het oude adagio van het Saab competitieteam. We hebben onze auto voor de deur van het Saabmuseum geparkeerd. Het museum heeft een leuke collectie van competitie- en straatauto’s en je kan er uren rondkijken. Druk was het niet en het personeel van het museum vond het heel leuk om te kijken naar onze Saab, die er inmiddels niet meer uitzag van al het zout en vuil. Bij het Saab museum vonden ze hem er juist heroïsch uitzien en ze benadrukten dat er geen grotere eer voor de nalatenschap van een merk is dan dit soort uitdagende avonturen te beleven met je klassieker. Bijna bij ieder benzinestation in Zweden werden we wel aangesproken op onze automobiel. Mensen kwamen met allerlei verhalen over vroeger en hoe tragisch het faillissement was. Saab leeft nog steeds, al is het in de mensen rondom Trollhättan.

Noorwegen is een prachtig land met schitterende natuur. Tussen alle elektrische auto’s waren we zwaar in de minderheid met onze oldtimer maar dat mocht de pret niet drukken. We gaan zeker een keer terug maar dan waarschijnlijk als het wat warmer is. Mocht je na het lezen van dit alles zelf zin hebben om te gaan, onderschat de afstanden niet. Het is een erg groot land en door de weersinvloeden kan het lang duren voor je op je volgende bestemming bent. Maar het is absoluut de moeite van het avontuur waard!

Een Saab, gemaakt voor de kou!
× Wil je direct contact?